Just-in-time, voor ritmische flow

Wat is just-in-time?

Just-in-time (JIT) houdt in dat elk proces alleen produceert wat nodig is voor het volgende proces, en dat in een continue stroom. De aanvoer van materiaal en/of informatie matcht precies de vraag daarnaar, zowel in hoeveelheid als in tijd. Hierdoor kunnen we snel en efficiënt produceren met een degelijke kwaliteit, één voor één, die volledig voldoet aan eisen van de klant.

Just-in-time is een methode om flow mogelijk te maken, maar het werkt alleen maar effectief wanneer bedrijven slechts kleine hoeveelheden tegelijk produceren van elk type product. Het heeft geen nut als er geen nivellering (heijunka) gebruikt wordt om de pieken in de dagelijkse afname glad te strijken, want dan ontstaan er elders bottlenecks en gaat men voorraadbuffers aanleggen (just-in-case) om daar geen last van te hebben.

Waarom just-in-time?

Een onverstoorde doorstroming is waar het bij lean om draait, omdat dit zal leiden tot kortere doorlooptijden, de beste kwaliteit en de laagste kosten. De twee lean-huis pijlers, jidoka en just-in-time (gelabeld als respectievelijk kwaliteit en tijdigheid), streven samen de eliminatie van flow-brekers en verspillingen na, om zo de best mogelijke kwaliteit te kunnen leveren en de kortst mogelijke productie- en levertijden, tegen de laagst mogelijke kosten met de minst mogelijke middelen.

slagritme, roeien, just-in-time

Zoals het sneller roeien door één persoon in een roeiteam averechts werkt (de boot trekt scheef, waardoor meer roeruitslag plaatsvindt, waardoor meer wrijving ontstaat, enzovoort), heeft het sneller werken van een enkel persoon of een enkele werkplek ook een averechts effect, omdat deze dan de andere overlaadt met werkvoorraden. Deze lokale extra inzet geeft dus geen beter totaalresultaat. Daarom gebruikt men binnen lean-processen, net als in het roeien, iets wat het slagritme aangeeft.

Hoe werkt just-in-time?

Een belangrijk concept van lean is het schikken van alle stappen in een logische procesvolgorde, in een enkele, geleidelijke stroom in het ritme van afname. Daarvoor omvat JIT drie elementen: takttijd, continue flow en een pull-systeem. Deze drie elementen ondersteunen JIT alleen goed als ze naar behoren geïntegreerd zijn.

Takttijd wil zeggen hoe vaak iets gemaakt moet worden om aan de afname-eisen van de klant te voldoen. Continue flow betekent het maken en verplaatsen van één item tegelijk (of een kleine en constante batch) om te matchen met takttijd. Hierbij gaat elk item direct door naar de volgende processtap zonder tussentijdse vertraging – of welke verspilling dan ook. Een pull-systeem is ervoor om een onderbroken flow te begeleiden en overproductie te voorkomen.

Meer weten? Lees boek Contact

 
Copyright!